
Spel:
De leerling hoort een interval en moet uit (max. 5) mogelijke antwoorden de juiste kiezen. Of als dictee: de noten op de juiste plek zetten.
Door de docent (op de docentenpagina) in te stellen:
• vraagstelling (bij niets invullen wordt de standaard vraag getoond)
• wijze van afspelen:
– na elkaar
– tegelijk
– na elkaar + tegelijk
• wijze van afspelen als na elkaar: stijgend, dalend of willekeurig
• snelheid afspelen: heel langzaam / langzaam/ gemiddeld / snel
• met of zonder toevoegingen (dus ‘reine kwart’ of alleen ‘kwart’)
• aantal antwoordmogelijkheden (2 t.m. 5)
• aantal vragen/aantal goede antwoorden (+ minimum % goed beantwoord)
• weergave/type vraag:
– tekst:

– noten:

– tekst + noten:

– dictee:

– theorie dictee:

Door de docent te selecteren inhoud:

reine prime, kleine secunde, grote secunde, kleine terts, grote terts, reine kwart, overmatige kwart, reine kwint, kleine sext, grote sext, kleine septime, grote septime, rein octaaf, overmatig octaaf, grote none, kleine decime, grote decime, reine undecime, overmatige undecime, reine duodecime